ANTWERPEN -
Professor Eric
Van Hooydonck wierp onlangs
nogmaals een steen van be-
hoorlijk formaat in de Antwerp-
se kikkerpoel voor een tjokvol
auditorium van de KBC toren te
Antwerpen. Het nieuwsgierige
publiek werd getrakteerd op
een voorstelling die kansen en
mogelijkheden voor een nieuw
maritiem Superstarmuseum uit-
eenzette in onvervalste Eric Van
Hooydock stijl. Het World Har-
bour and Maritime Museum,
kortweg WHaMM wordt nu
ongetwijfeld onderwerp van
uitgebreide discussie waar Ant-
werpenaars bekend voor staan.
En dat in een tijdperk vol be-
sparingsrondes en bezuinigin-
gen alom. Controverse of voor-
uitblikken?
Met deze maritieme museum-
avond wilde Watererfgoed Vlaan-
deren op haar eigen onnavolgba-
re manier bijdragen tot het begin
van beleidsvorming rond de toe-
komst van maritieme musea in
België. De laatste jaren zijn voor
de opwaardering van het scheep-
vaart- en havenerfgoed talrijke
geslaagde publieke en private
initiatieven genomen waaronder
de permanente tentoonstelling
Wereldhaven in het Antwerpse
MAS, het Red Star Line Museum,
het Eugeen Van Mieghem
Museum, het Nationaal Zeevisse-
rijmuseum Navigo en de
Scheepswerven Baasrode. In Ant-
werpen wacht het droogdokken-
eiland gelegen tussen het MAS
en het nieuwe havenhuis op een
herbestemming en ook in
Oostende weerklinkt enorme
ambitie om na deze successen
nog een nieuw maritiem
museum op te richten. Vandaag
de dag ontbreekt echter het ech-
ter nog aan een gestructureerde
visie, aldus Van Hooydonck. Het
publieke debat, wie, waar, hoe-
veel geld, blokkeert beschikbaar-
heid van middelen en de nodige
prioriteit die politici aan het
watererfgoed toekennen. De vele
reacties op de pogingen om de
laatste Congoboot Charlesville
terug naar Antwerpen te halen,
hebben de watererfgoed-proble-
matiek alvast in het middelpunt
van de belangstelling geplaatst.
Die actie eindigde helaas in een
fiasco (het schip zonk toen het
afgesleept werd om verschroot te
worden, wat allicht haar redding
zal betekenen), maar bracht op
die manier bij tot grotere bewust-
making bij het bredere publiek.
Op het Droogdokkeneiland plant
de Stad Antwerpen volgens haar
beleidsplan een maritiem-histori-
sche site en mogelijk een mari-
tiem museum. Een en ander
natuurlijk zoals eeuwig ‘onder
voorbehoud van beschikbare
fondsen’. Het succes van het MAS,
en het recent geopende Red Star
Line Museum dragen daar
natuurlijk toe bij. Beide initiatie-
ven bleken een buitengewoon
schot in de roos.
Bromvlieg- of Superstar
Museum?
Een bromvliegmuseum is vol-
gens Van Hooydonck een oud-
modisch museum waar je in een
bestoft vitrinekastje, naast een
oude kapiteinspet en een sex-
tant, een gekruld kaartje vindt
met daarop de uitleg van wie die
pet ooit was. Daarnaast tref je er
ook een dode bromvlieg aan. Een
Superstar museum daarentegen
trekt een miljoen bezoekers of
meer. Volgens Van Hooydonck
laat de gemiddelde bezoeker van
een Superstarmuseum ongeveer
200 euro achter in de stad die hij
of zij bezoekt. “Wij rekenen op
een miljoen bezoekers per jaar”,
klonk het voor een bomvolle zaal.
“Wij willen ons watererfgoed
samenvoegen in een vernieu-
wend en hedendaags museum-
concept. De plannen zijn ambi-
tieus, maar ze zijn wel ernstig
beredeneerd en becijferd”, aldus
Van Hooydonck.
WHaMM- Plan
Wat Van Hooydock concreet
voorstelt is de bouw van een
nieuw museumcomplex op het
Droogdokkeneiland in de vorm
van een glazen ‘Bubbel’. Dat zou
rond de wrakken van de nog te
bergen Congoboot ‘Charlesvile’
en de gereconstrueerde ‘Doelse
Kogge’ en het wrak van de ‘Belgi-
ca’, dat momenteel rust op de
bodem van een Noorse fjord,
gebouwd kunnen worden. De
bubbel zou een Congolees oer-
woud een hotel en een congres-
ruimte herbergen. De replica van
de Belgica, momenteel volop in
aanbouw, kan ernaast aange-
meerd worden want die past
immers precies in één van de
bestaande dokken. Op de tegen-
overliggende kaai van het Katten-
dijkdok kunnen dan de recent
gerestaureerde havenkranen
worden samengebracht, en in de
bestaande hangars kunnen dan
de collecties haventuigen van het
MAS en de Katoen Natie tentoon-
gesteld worden. Gerestaureerde
slepers van het havenbedrijf,
door de echtgeno-
te van Van Hooydock omgedoopt
tot Eric 1,2,3 en 4 zouden bezoe-
kers laten pendelen in het dok.
Het concept, ‘World Harbour And
Maritime Museum’ (WHAMM)
vergt echter 100 miljoen euro aan
investeringen, bij elkaar te bren-
gen via publiek-private financie-
ring en het reguliere subsidiecir-
cuit. Volgens Van Hooydonck
heeft het concept een groot
potentieel op het vlak van finan-
ciële rendabiliteit.
Superstar
Uit recent onderzoek blijkt
dat op de lijst van s ’werelds
honderd meest bekende kapi-
teins er slechts één Belg voor-
komt. Te weten Kapitein Had-
dock, Kuifjes trouwste vriend.
En inderdaad, jong en oud
wereldwijd kennen Kuifje.
Mede dankzij deze enorme
potentiële merchandising twij-
felt Van Hooydonk er niet aan
dat dit project op termijn wel
eens zeer winstgevend kan
worden en hij hoopt dan ook
op investeringen uit de privé-
sector. Door middel van een
Maritiem Museumanifest
vraagt hij ondersteuning aan
alle stakeholders. Daartoe
behoren ook de verschillende
overheden, zoals de stad Ant-
werpen, de Vlaamse regering,
en het Gemeentelijk Havenbe-
drijf en privé-investeerders.
De Scheepvaartkrant
WHaMM Antwerpen een maritiem museum van wereldformaat?
PAUL VAN BERGEN
Professor Eric van Hooydonck. FOTO PAUL VAN BERGEN
DAB Vloot moderniseert overzetdienst Gentse haven
Met de ‘Maurice Maeterlinck’ kreeg de haven van Gent weer een nieuwe eenheid bij voor het uitbaten van de veerdiensten van Lan-
gerbrugge en Terdonck op het Zeekanaal naar Terneuzen. Deze veerdiensten zijn zeer belangrijk voor de Gentse haven. Ze staan in
voor het woon- werkverkeer van 20.000 voetgangers en meer dan zeventigduizend voertuigen per maand. Zonder deze dagelijkse
dienst zou de werking van de Gentse haven onmogelijk worden. De nieuwe veerboot ‘Maurice Materlinck’ werd voor DAB Vloot
gebouwd op de scheepswerf Carron in Zelzate en kostte 2,6 miljoen euro. Het schip heeft twee bemanningsleden en is onder andere
uitgerust met een moderne hartdefilibrator.
FOTO DAB
HOBOKEN - CITBO cvba
(Corporation Inland Tanker
Barge Owners) is een in sep-
tember 2013 opgerichte coöpe-
ratie van binnenvaart tank-
schepen die met een moderne,
veilige en professioneel
beheerde vloot garant staan
voor een kwaliteitsvolle dienst-
verlening.
In de huidige marktsituatie heeft
de individuele exploitant het
steeds moeilijker om zijn schip ren-
dabel uit te baten. Als individu
heeft hij weinig tot geen gehoor bij
zijn stakeholders. Vanuit dit gege-
ven hebben een aantal onderne-
mende exploitanten het initiatief
genomen om de coöperatie CITBO
op te richten.
Doelstellingen
De doelstelling is het optimalise-
ren van de exploitatie van de tank-
schepen van de leden.
Die doelstelling wil CITBO berei-
ken door te focussen op onder-
staande items:
* Promotie & Publiciteit
* Collectieve aankopen
* Collectieve verzekeringen
* Veiligheid & Certificering
* Juridische ondersteuning
* Inning van vracht- en liggelden
Kerncijfers
De vloot van de leden bestaat
uit Belgische, Nederlandse en
Duitse tankschepen van 1.150 ton
t/m 6.350 ton. Het gezamenlijk
laadvermogen bedraagt vandaag
70.000 ton. De exploitanten heb-
ben samen +/- 100 medewerkers
in dient. Vaargebied is hoofdzake-
lijk ARA en Rijnvaart.
Organisatie
De organisatie bestaat uit de
Algemene Vergadering , Raad van
Bestuur , Voorzitter , Dagelijks
bestuur en een directeur .
De oprichters stellen jarenlan-
ge ervaring in de binnenvaart te
hebben. Ze zien dat professionali-
sering noodzakelijk is om de talrij-
ke complexe uitdagingen in de
tankvaart aan te kunnen. Het ver-
plicht de tankvaartondernemer
ondersteuning van
‘de wal’ te zoeken.
“Studies en onderzoeken van
allerlei niveaus en
(semi)overheden bevelen samen-
werking trouwens steeds weer
aan. Het is duidelijk dat particulie-
re tankvaartondernemers zich op
rederijniveau moeten organise-
ren. In de huidige context leidde
dit echter steeds tot afhankelijk-
heid met alle negatieve nadelen
daar aan verbonden. CITBO heeft
niet de ambitie de zoveelste vere-
niging te zijn (wat niet wil zeggen
dat ze geen stem wil in die vereni-
gingen, zowel op nationaal als
internationaal niveau).De coöpe-
ratie zal taken uitvoeren waarvoor
de particuliere tankvaartonderne-
mer geen tijd, kennis of mogelijk-
heden heeft. Uiteraard zal de
schaalvergroting worden benut
daar waar nuttig en noodzakelijk”,
aldus de oprichters.
Bevrachting
Om haar slagkracht en onaf-
hankelijkheid te bewaren zal
CITBO zelf geen schepen bevrach-
ten, daarvoor wordt samenge-
werkt met een gepreferreert
bevrachtingskantoor, ANACO
bvba. De dagdagelijkse leiding
wordt uitgevoerd door een full
time directeur, Alain Devos, die
rapporteert aan de Raad van
Bestuur. Zijn opdracht is om
samen met die RvB de doelstellin-
gen, die in een stappenplan zijn
gegoten, te verwezenlijken en zo
de exploitatie van de schepen van
de leden te optimaliseren.
CITBO c.v.b.a.
Adolf Greinerstraat 12
2660 Hoboken
België
Tel: 0032 3 740 50 15
info@citbo.com
www.citbo.com
Directeur: Alain Devos
info@citbo.com
+32 471 45 62 62
CITBO; coöperatie van
binnenvaart tankschepen
GRONINGEN -
De damwanden
langs het Eemskanaal zijn
voldoende sterk. Dit blijkt uit
een (duik)inspectie die de pro-
vincie Groningen heeft laten
uitvoeren van de noordoever
tussen de Jan B. Bronssluis en
Woltersum. Dit heeft ze ge-
daan naar aanleiding van een
brief van de vier burgemeesters
van de aanliggende gemeenten
die namens hun inwoners hun
zorg uitspraken.
Vanaf 1 januari aanstaande is
Rijkswaterstaat eigenaar van het
Eemskanaal en de bijbehorende
damwanden. Waterschap Noor-
derzijlvest is eigenaar van de
noordelijke oever. Daarom heb-
ben de bestuurders van de vier
gemeenten, de provincie, het
waterschap Noorderzijlvest en
Rijkswaterstaat afspraken
gemaakt over het onderhoud
van de damwanden van het
Eemskanaal in de toekomst.
Staat damwanden
De damwanden aan het Eems-
kanaal zijn deels van hout, deels
van beton en deels van staal. Uit
het duikonderzoek blijkt dat de
damwanden van voldoende
kwaliteit zijn om hun taak te kun-
nen doen. Damwanden zijn de
planken of panelen op de grens
van de oever en het water. Ze zit-
ten er om te voorkomen dat de
oever in het water schuift. Voor
de betonnen delen van de
beschoeiing geldt dat ze een
restlevensduur van 15-20 jaar
hebben. De houten damwanden,
zo blijkt uit het onderzoek, kun-
nen in ieder geval nog 2-5 jaar
mee. De stalen damwanden zijn
niet geinspecteerd omdat deze
nog maar net zijn geplaatst en de
langste levensduur van de drie
soorten hebben.
Brief
Een aantal weken geleden ont-
ving de provincie een brief van
de burgemeesters van de
gemeenten Ten Boer, Lopper-
sum, Appingedam en Delfzijl. In
deze brief spraken zij hun zorg
uit over de staat van de damwan-
den. Dit deden ze naar aanlei-
ding van een brief die een aantal
bewoners uit de gemeente Ten
Boer naar hen had gestuurd.
Deze bewoners wonen in het
gebied dat in januari 2012 is geë-
vacueerd. Zij constateerden dat
de oever op een aantal plekken
was beschadigd. Ondanks het
feit dat de provincie Groningen
nagenoeg zeker wist dat de
beschoeiing onder water goed
zijn werk deed, heeft ze toch
besloten met een duikinspectie
zwakheden in de damwanden
uit te sluiten. Dit heeft ze gedaan
in nauw overleg met Rijkswater-
staat die vanaf 1 januari 2014
eigenaar is van het Eemskanaal
en de bijbehorende damwan-
den.
Overname
Per 1 januari 2014 neemt Rijks-
waterstaat de hoofdvaarweg
Lemmer-Delfzijl over in eigen-
dom, beheer en onderhoud. Het
Eemskanaal is onderdeel van
deze hoofdvaarweg. In de afspra-
ken die gemaakt zijn tussen pro-
vincie, gemeenten en waterschap
Noorderzijlvest over de dam-
wand in het Eemskanaal heeft de
toekomstige eigenaar ook aan
tafel gezeten. De resultaten van
het onderzoek van de provincie
Groningen zijn dan ook overge-
dragen aan Rijkswaterstaat zodat
zij de bevindingen kunnen opne-
men in hun inspectie-, beheer- en
onderhoudsplanning. Met
betrekking tot de houten dam-
wanden is afgesproken dat RWS
deze damwanden jaarlijks gaat
monitoren. In januari verwachten
betrokken partijen de resultaten
van de rijksonderzoeken naar de
aardbevingsbestendigheid van
de dijken. De resultaten van de
duikinspectie gelden voor nu.
Damwanden Eemskanaal voldoende sterk
Schipper wordt
niet vervolgd
TJERKGAAST -
Bij een scheepsongeval op 9 mei op het Prinses
Margrietkanaal te Tjerkgaast is een 81-jarige vrouw om het le-
ven gekomen. De politie heeft onderzoek gedaan naar de oor-
zaak van dit ongeval.
De schipper van het motorvrachtschip is als verdachte
gehoord. Daarnaast is een groot aantal getuigen gehoord en
heeft een technisch onderzoek naar eventuele gebreken aan
zowel de sloep als het vrachtschip plaatsgevonden.Van dit
onderzoek is proces-verbaal opgemaakt. De officier van justitie
is op basis van deze stukken van oordeel dat er sprake is
geweest van een ongeluk, waarvan de schipper van het motor-
vrachtschip geen verwijt kan worden gemaakt. De verdachte
heeft naar de mening van de officier geen strafbaar feit
gepleegd. De strafzaak is geseponeerd.
13