
119
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Modus Creatieve
opname
Auto-modus/
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Index
Basishandleiding
P-modus
10
Bijlage
Handleiding voor
gevorderden
Problemen oplossen
Controleer eerst het volgende als u denkt dat er een probleem is met de
camera. Als u met de onderstaande tips uw probleem niet kunt verhelpen,
neemt u contact op met de helpdesk van Canon Klantenservice.
Voeding
ErgebeurtnietsalsuopdeON/OFF-knopdrukt.
• Controleer of de batterij is opgeladen (=
11, 113).
• Controleer of de batterij in de juiste richting is geplaatst (=
11).
• Controleer of het klepje van de geheugenkaart/batterijhouder goed is gesloten
(
=
11, 13).
• Als de batterijpolen vuil zijn, nemen de prestaties van de batterij af. Reinig de polen
met een wattenstaafje en plaats de batterij enige malen opnieuw.
Debatterijissnelleeg.
• Bij lage temperaturen nemen de prestaties van batterijen af. Maak de batterij een
beetje warm, bijvoorbeeld door deze in uw zak te houden. Zorg dat de polen niet in
contact komen met metalen voorwerpen.
• Als dit niet helpt en de batterij weer snel leeg is na het opladen, is de levensduur
verstreken. Koop dan een nieuwe batterij.
Delenswordtnietingetrokken.
• Open het klepje van de geheugenkaart of de batterijhouder niet als de camera
aanstaat. Sluit het klepje en schakel de camera in en daarna weer uit (=
11, 13).
Debatterijisgezwollen.
• Het is normaal dat batterijen een beetje zwellen. Dit is niet gevaarlijk. Als de batterij
echter zodanig opzwelt dat deze niet meer in de camera past, moet u contact
opnemen met de helpdesk van Canon Klantenondersteuning.
Opnamen maken
Erkunnengeenopnamenwordengemaakt.
• Schakel zo nodig van de afspeelmodus (=
15) naar de opnamemodus door te
drukken op de knop <1>.
Vreemdeweergaveophetschermbijweiniglicht(=
29).
Vreemdeweergaveophetschermbijopnamen.
Houd er rekening mee dat de volgende weergaveproblemen niet op foto’s worden
vastgelegd,maarwelinlmswordenopgenomen.
• Bij helder licht kan het scherm donker worden.
• BijTL-ofLED-verlichtingkanhetschermikkeren.
• Als u een opname maakt met een heldere lichtbron, kan er een paarsachtige band
verschijnen op het scherm.
Erisgeendatumstempelaandebeeldentoegevoegd.
• Hoewel met deze camera geen datumstempels kunnen worden toegevoegd aan
beelden, kunnen beelden als volgt met de datum worden afgedrukt.
- Gebruik de meegeleverde software om af te drukken
Raadpleeg de Softwarehandleiding (=
20) voor meer informatie.
- Gebruik de printerfuncties om af te drukken
[ ]verschijntwanneerdesluiterringhalfwordtingedrukt(=
44).
• Stel [IS modus] in op [Continu] (=
63).
• Steldeitsmodusinop[h] (=
63).
• Verhoog de ISO-waarde (=
61).
• Plaats de camera op een statief of neem andere maatregelen om de camera stil te
houden. In dit geval moet u [IS modus] instellen op [Uit] (=
63).
Deopnamenzijnnietscherp.
• Druk de sluiterring half in om scherp te stellen op het onderwerp en druk de knop
daarna volledig in om een opname te maken (=
27).
• Zorg dat de onderwerpen zich binnen het scherpstelbereik bevinden (=
131).
• Stel [AF-hulplicht] in op [Aan] (=
51).
Opnamenzijnwazig.
• Afhankelijk van de omstandigheden tijdens de opname kan vervaging van beelden
optreden wanneer Touch Shutter wordt gebruikt. Houd de camera stil tijdens
de opname.
ErwordengeenAF-kadersweergegevenendecamerasteltniet
scherpwanneerdesluiterringhalfwordtindrukt.
• Om de AF-kaders weer te geven en de camera goed te laten scherpstellen, probeert
u de gebieden met veel contrast in het centrum van de compositie te plaatsen
voordat u de sluiterring half indrukt. Of probeer de sluittering meerdere malen half in
te drukken.