
6
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av-, M- en C-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Vóór gebruik
Basishandleiding
Index
Handleiding voor gevorderden
Films opnemen met onderwerpen op hetzelfde formaat als
waaropzevoorhetlmenwordenweergegeven ...................... 53
De camerabewerkingen aanpassen ....................................... 53
Voorkomen dat het AF-hulplicht afgaat ......................................53
Voorkomen dat de lamp voor rode-ogenreductie aangaat ........54
De weergavestijl van het beeld na opnamen wijzigen ...............54
Andere opnamestanden ................................................. 55
Speciekescènes .................................................................. 55
Functies voor onderwateropnamen gebruiken ..........................57
Onderwateropnamen maken met een scherpstelbereik ........57
De witbalans corrigeren .........................................................57
Speciale effecten toepassen .................................................. 58
Opnamen maken van uzelf met optimale instellingen
(Zelfportret) ................................................................................ 58
Afbeeldingen met een wazige achtergrond vastleggen om
een gevoel van snelheid over te brengen (Pannen) ..................59
Opnamen met veel contrast maken (High Dynamic Range) .....60
Artistieke effecten toevoegen ................................................60
Opnamen maken met het effect van een visooglens
(Fisheye-effect) ..........................................................................60
Foto's die lijken op olieverfschilderijen
(Effect kunst opvallend) .............................................................61
Foto's die lijken op aquarellen (Aquareleffect)...........................61
Foto's die lijken op een miniatuurmodel (Miniatuureffect) .........62
Afspeelsnelheid en geschatte afspeeltijd
(voor clips van één minuut) ...................................................62
Opnamen maken met een speels effect (Speels effect) ............ 63
Onderwerpen eruit laten springen (Achtergrondvervaging) .......63
Opnamen met een soft-focuseffect ...........................................64
Opnamen maken in monochroom (Korrelig Z/W) ...................... 64
Speciale standen voor andere doeleinden ............................. 65
Opnamen maken van de sterrenhemel (Ster) ...........................65
Pictogrammen voor beeldstabilisatie ......................................... 40
Kaders op het scherm ...............................................................40
Algemene, handige functies ................................................... 41
Nader inzoomen op het onderwerp (Digitale Zoom) ..................41
Opnemen met vooraf ingestelde brandpuntsafstanden
(Trapsgewijs zoomen) ...............................................................41
Wijzigen hoe de camerabediening aanvoelt met de
selectiehendel voor stapsgewijs/doorlopend ......................... 41
Het formaat van het onderwerp wijzigen met de ring ................42
De zelfontspanner gebruiken .....................................................42
Camerabeweging vermijden met de zelfontspanner .............43
De zelfontspanner aanpassen ...............................................43
Opnamen maken door het scherm aan te raken
(Touch Shutter) .......................................................................... 44
Continue opname ......................................................................44
Gezichts-ID gebruiken ............................................................ 45
Persoonlijke gegevens ..............................................................45
Gezichts-ID-gegevens registreren ............................................. 45
Opnamen maken .......................................................................46
Geregistreerde gegevens controleren en bewerken .................47
Gezichtsgegevens overschrijven en toevoegen .................... 48
Geregistreerde gegevens wissen .......................................... 49
Functies voor de beeldaanpassing......................................... 50
De verhouding wijzigen .............................................................50
Beeldkwaliteit wijzigen ............................................................... 50
Beeldkwaliteitvanlmswijzigen ................................................51
Voor NTSC-video ..................................................................51
Voor PAL-video ...................................................................... 51
Handige opnamefuncties........................................................ 52
De digitale horizon met twee assen gebruiken ..........................52
Automatisch corrigeren uitschakelen .........................................52
Instellingen van de IS-modus wijzigen ......................................52
Beeldstabilisatie uitschakelen ...............................................52