
4
• In deze handleiding worden pictogrammen gebruikt om de bijbehorende
cameraknoppen en controleknoppen, waarop de pictogrammen zijn
afgebeeld of die er op lijken, aan te duiden.
• De onderstaande camera- en controleknoppen worden met de volgende
pictogrammen aangeduid:
z Knop voorkant aan de voorkant
o Knop omhoog aan de achterkant
q Knop links aan de achterkant
7 Controleknop aan de achterkant
m Knop FUNC./SET aan de achterkant
r Knop rechts aan de achterkant
p Knop omlaag aan de achterkant
• De op het scherm weergegeven tekst staat tussen haakjes.
• : Wat u beslist moet weten
• : Opmerkingen en tips voor deskundig cameragebruik
• (p. xx): Pagina’s met verwante informatie (in dit voorbeeld staat “xx” voor
een paginanummer)
• De instructies in deze handleiding gelden voor een camera die op de
standaardinstellingen is ingesteld.
Namen van onderdelen en conventies
die in deze handleiding worden gebruikt
Knop voorkant
Lampje
Lens
Zoomknop
Opnamen maken: i (telelens) /
j (groothoek)
Afspelen: k (vergroten) / g (index)
Riembevestigingspunt
Ontspanknop
ON/OFF-knop/lampje
Programmakeuzewiel
Belichtingscompensatieknop
Flitsschoentje
(Pop-upflitser) schakelaar
Flitser
Luidspreker
Vergrendelknop ring
Kabelpoort gelijkstroomkoppeling
Geheugenkaart-/batterijklepje
Aansluiting statief