
20
De camera kan het onderwerp en de omstandigheden bepalen, waardoor alle
geschikte instellingen voor de situatie automatisch worden geselecteerd, en u alleen
nog op de sluiterknop hoeft te drukken om het beeld vast te leggen. De camera kan
ook gezichten detecteren en hierop automatisch scherpstellen, en de kleur en
helderheid optimaal instellen.
Schakel de camera in.
●
Druk op de knop ON/OFF.
X
Het opstartgeluid klinkt en het opstartscherm
verschijnt.
●
Wanneer u de ON/OFF-knop nogmaals
indrukt, wordt de camera uitgeschakeld.
Kies de modus
A
.
●
Zet het programmakeuzewiel op
A
.
●
Wanneer u de camera op het onderwerp richt,
maakt de camera een zacht geluid terwijl de
omgeving wordt bepaald.
X
De camera stelt scherp op het onderwerp
dat het hoofdonderwerp lijkt te zijn en geeft
het pictogram voor de omgeving in de
linkerbovenhoek van het scherm weer.
X
Als er gezichten worden herkend, stelt de
camera scherp en verschijnt een wit kader
rond het gezicht van het hoofdonderwerp
wordt beschouwd. Rond de andere herkende
gezichten verschijnt een grijs kader.
X
Zelfs als de gezichten bewegen, volgt het
kader het gezicht binnen een bepaalde
afstand.
Kies de compositie.
●
Als u de zoomknop naar
i
draait, zoomt
u in op het onderwerp zodat dit groter lijkt.
Als u de zoomknop naar
j
draait, zoomt
u uit op het onderwerp zodat dit kleiner lijkt.
A Foto's maken