
Tips voor het oplossen van problemen
116
Het beeld is wazig.
•
Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen en maak vervolgen een opname
(p. 19).
•
Maak een opname op de juiste scherpstelafstand van het onderwerp (p. 126).
•
Stel [AF-hulplicht] in op [Aan] (p. 109).
•
Controleer of functies die u niet wilt gebruiken (macro enz.), niet zijn ingesteld.
•
Maak opnamen met de focusvergrendeling of AF lock (pp. 74, 77).
Ook als u de sluiterknop half indrukt, verschijnt het AF-kader niet en stelt
de camera niet scherp.
•
Als u richt op contrasterende lichte en donkere gebieden van het onderwerp en de
sluiterknop half indrukt, of als u de sluiterknop meerdere malen half indrukt, verschijnt
het kader en stelt de camera scherp.
Het onderwerp is te donker.
•
Stel de flitser in op
h
(p. 64).
•
Pas de helderheid aan met belichtingscompensatie (p. 68).
•
Pas de helderheid aan met de i-Contrast functie (pp. 82, 99).
•
Gebruik AE-vergrendeling of gebruik spotmeting om opnamen te maken (p. 80).
Het onderwerp is te licht (overbelicht).
•
Stel de flitser in op
!
(p. 56).
•
Pas de helderheid aan met belichtingscompensatie (p. 68).
•
Gebruik AE-vergrendeling of gebruik spotmeting om opnamen te maken (p. 80).
•
Dim het licht dat het onderwerp belicht.
Het beeld is donker hoewel de flitser is gebruikt (p. 22).
•
Verhoog de ISO-waarde (p. 69).
•
Maak de opname met de juiste afstand voor het gebruik van de flitser (p. 64).
De opname die is gemaakt met de flitser, is te licht (overbelicht).
•
Maak de opname met de juiste afstand voor het gebruik van de flitser (p. 64).
•
Stel de flitser in op
!
(p. 56).
Er verschijnen witte stippen in het beeld als ik een opname maak met de
flitser.
•
Het licht van de flitser wordt weerspiegeld door stofdeeltjes of andere voorwerpen in de
lucht.
Het beeld is onzuiver of korrelig.
•
Maak opnamen met een lagere ISO-waarde (p. 69).
•
Afhankelijk van de opnamemodus kan het beeld onzuiver of korrelig lijken als u
opnamen maakt met een hoge ISO-waarde (pp. 53, 55).
Ogen worden rood weergegeven (p. 83).
•
Stel [Lamp Aan] in op [Aan] (p. 109). Als u opnamen maakt met de flitser, licht de lamp
(aan de voorkant van de camera) op (p. 40) en gedurende ongeveer 1 seconde, terwijl
de camera rode ogen tegengaat, is het niet mogelijk opnamen te maken. Deze functie is
doeltreffender als het onderwerp direct naar de lamp kijkt. U krijgt nog betere resultaten
als u de verlichting binnenshuis verbetert of dichter bij het onderwerp gaat staan.