
2. Giet, indien gewenst, wasverzachter in
het vakje
(de gebruikte hoeveelheid
mag de markering MAX in de lade niet
overschrijden).
Schuif de wasmiddellade er weer voorzichtig
in.
Het gewenste programma kiezen met de programmakeuzeknop (1)
U kunt het juiste programma voor elke soort wasgoed kiezen door de aanwijzingen in de
programmatabellen op te volgen (zie "Wasprogramma's").
Draai de programmakeuzeknop op het gewenste programma. Met de programmakeuzeknop
bepaalt u het soort wascyclus (bijv. waterpeil, beweging van de trommel, aantal spoelgan-
gen) en de wastemperatuur afhankelijk van het soort wasgoed.
Het controlelampje van toets 8 gaat knipperen.
De programmakeuzeknop kan met de klok mee of tegen de klok in worden gedraaid. Stand
om het programma te resetten/ De machine uit te schakelen.
Aan het einde van het programma moet de keuzeknop op stand
gedraaid worden
om de machine uit te schakelen.
Als u de programmakeuzeknop naar een ander programma draait terwijl de machine in be-
drijf is, gaat het gele controlelampje van toets 8 3 keer knipperen en wordt het bericht Err
op het display weergegeven om een onjuiste keuze aan te geven. De machine zal het nieuw
gekozen programma niet uitvoeren.
De gewenste TEMPERATUUR kiezen (toets 2)
Bij het kiezen van een programma stelt het apparaat automatisch de standaardtemperatuur
voor dat programma voor.
Druk herhaaldelijk op deze toets om de temperatuur te verhogen of te verlagen, als u wilt
dat uw wasgoed wordt gewassen op een temperatuur die afwijkt van de door de wasauto-
maat voorgestelde temperatuur.
Door de stand
(Koud) te kiezen zal de machine wassen met koud water. Deze optie
wordt gebruikt bij extreem fijne was zoals gordijnen.
Zie voor de beschikbare maximale en minimale waswatertemperatuur "Wasprogramma's".
Dagelijks gebruik 11