
Gebruik minder wasmiddel als:
• als u een kleine lading wast;
• het wasgoed licht vervuild is;
• er veel schuimvorming is tijdens het wassen.
Graden van waterhardheid
De hardheid van water wordt geclassificeerd in zogenaamde hardheidsgraden. Informatie
over de hardheid van het water in uw omgeving kan worden verkregen bij het desbetref-
fende waterleidingbedrijf. Als de waterhardheid middelmatig of hoog is, raden we aan een
waterontharder toe te voegen, waarbij u altijd de instructies van de fabrikant opvolgt. Als
de hardheid van het water zacht is, pas dan de hoeveelheid wasmiddel aan.
TIPS VOOR HET DROGEN
De droogcyclus voorbereiden
De droger werkt op het principe van condensatie.
Daarom moet de waterkraan open staan en moet de afvoerslang, ook gedurende de
droogcyclus, in een gootsteen of een afvoerpijp geplaatst zijn.
Belangrijk!
Voordat u het droogprogramma start, moet u de hoeveelheid gewassen artikelen verminde-
ren, teneinde goede resultaten te verkrijgen.
Wasgoed dat niet geschikt is voor de droger
• Bijzonder tere artikelen zoals synthetische gordijnen, wol en zijde, kleding met metalen
onderdelen, nylon kousen, omvangrijke kledingstukken zoals anoraks, spreien, gewatteer-
de dekens, slaapzakken en dekbedden mogen niet in de machine gedroogd worden.
• Droog donkere kleding niet tegelijk met licht gekleurde pluizige voorwerpen als hand-
doeken, want donkere kleding kan dan pluis aantrekken.
• Verwijder het wasgoed wanneer het apparaat klaar is met drogen.
• Om statische lading na het drogen te voorkomen gebruikt u een wasverzachter in de
wasmachine of een speciaal voor wasdrogers verkrijgbare wasverzachter.
• Kledingstukken gevoerd met schuimrubber of op schuimrubber lijkend materiaal mogen
niet in de machine gedroogd worden; dit kan brandgevaar opleveren.
• Evenmin mogen stoffen die resten bevatten van haarversteviger of haarlak, nagellakrem-
over en dergelijke gedroogd worden in de machine om de vorming van schadelijke dam-
pen te voorkomen.
De wasmiddelen en nabehandelingsmiddelen moeten in het juiste vakje van de wasmiddel-
lade worden gedaan voordat het wasprogramma wordt gestart.
Als gebruik wordt gemaakt van vloeibaar wasmiddel, dient een programma zonder voorwas
te worden gekozen.
De wasautomaat is uitgerust met een recirculatiesysteem dat een optimaal gebruik van ge-
concentreerd wasmiddel mogelijk maakt.
Volg de aanbevelingen van de fabrikant op voor wat betreft de te gebruiken hoeveelheden
en overschrijd het "MAX" teken in de wasmiddellade niet.
26 Tips voor het drogen