
Controlelampjes
Drogen
1)
brandt tijdens de droogfase.
Einde programma
Gaat branden als een afwasprogramma is afge-
lopen.
Heeft ook andere visuele signaleringsfuncties
zoals:
• het instellen van de waterontharder,
• activeren/deactiveren van de glansmiddeldo-
sering,
• melden van een alarm als gevolg van storing
van de machine.
Zout bijvullen
2)
Gaat branden als speciaal zout moeten worden
bijgevuld.
Dit lampje kan nog diverse uren branden, nadat
het zout is bijgevuld.
Glansmiddel
2)
Gaat branden als glansmiddel moet worden bij-
gevuld.
1) Zodra u een programma heeft geselecteerd, zullen de fasecontrolelampjes voor het programma beginnen te
knipperen. Zodra het programma begint, gaat het fasecontrolelampje uit, behalve het controlelampje voor de
lopende fase, dat blijft constant branden.
2) De controlelampjes voor zout en glansmiddel branden nooit als een afwasprogramma bezig is, zelfs als bijvullen
van zout en glansmiddel noodzakelijk is.
Functietoetsen
De volgende functies kunnen met behulp van deze toetsen worden geprogrammeerd:
• het instellen van de waterontharder,
• een afwasprogramma of een lopende uitgestelde start annuleren,
• de glansmiddeldosering in- of uitschakelen wanneer de Multi-tab-functie actief is.
Instelling
Het apparaat staat in instelmodus als alle programmalampjes branden.
Vergeet nooit dat bij het uitvoeren van handelingen zoals:
• het selecteren van een afwasprogramma
• het instellen van de waterontharder
• het in-/uitschakelen van de MULTITAB-functie
• het in-/uitschakelen van de glansmiddeldosering
het apparaat in de instelmodus MOET staan.
Als een lampje van de programmatoetsen gaat branden, is het laatst uitgevoerde pro-
gramma nog steeds ingesteld.
Om in dit geval terug te keren naar de instelmodus moet het programma worden gean-
nuleerd.
6
Bedieningspaneel