
16
PROBLEMEN MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSINGEN
De deur wordt niet
vergrendeld.
Rekken zitten niet vast aan het einde. Controleer of de rekken aan het einde vast zitten.
Het deurslot is niet vergrendeld. De deur krachtig aanduwen totdat u het "klak" geluid hoort.
De afwasmachine
maakt veel lawaai.
Het vaatwerk rammelt tegen elkaar. Rangschik het serviesgoed goed (zie Rekken vullen).
Er is een bovenmatige hoeveelheid
schuim geproduceerd.
Het vaatwasmiddel is niet goed afgemeten of het is niet geschikt voor
gebruik in afwasmachines (zie Het vaatwasmiddeldoseerbakje vullen). Reset
de actuele wascyclus: schakel de afwasmachine uit, vervolgens terug in,
selecteer een nieuwe programma, druk op START en sluit de deur. Voeg
geen vaatwasmiddel toe.
Het vaatwerk is niet
droog.
Het geselecteerde programma heeft geen
droogfase.
Controleer in de programmatabel of het geselecteerde programma een
droogfase heeft.
Het glansspoelmiddel is op of de resolutie
is niet voldoende.
Voeg het glansspoelmiddel toe of stel hogere doseringen af (zie Het glans-
spoelmiddelbakje bijvullen).
Het vaatwerk heeft een antiaanbaklaag of
is van kunststof.
Een paar druppels water is normaal (zie Adviezen).
Het vaatwerk is niet
schoon.
Het serviesgoed is niet goed gerang-
schikt.
Rangschik het serviesgoed goed (zie Rekken vullen).
De sproeierarmen kunnen niet vrij
draaien, ze worden door het vaatwerk
belemmerd.
Rangschik het serviesgoed goed (zie Rekken vullen).
Het wasprogramma is te zacht en/of de
eciëntie van het afwasmiddel is laag.
Selecteer een geschikte wascyclus (zie Programmatabel).
Er is een bovenmatige hoeveelheid
schuim geproduceerd (zie CONSUMEN-
TENSERVICE).
Het vaatwasmiddel is niet goed afgemeten of het is niet geschikt voor
gebruik in afwasmachines (zie Het vaatwasmiddeldoseerbakje vullen). Reset
de actuele wascyclus: schakel de afwasmachine uit, vervolgens terug in,
selecteer een nieuwe programma, druk op START en sluit de deur. Voeg
geen vaatwasmiddel toe.
De dop op het glansspoelmiddelcompar-
timent is niet correct afgesloten.
Zorg ervoor dat de dop van het glansspoelmiddelbakje is gesloten.
Het lter is bevuild of verstopt. Reinig het ltersysteem (zie Onderhoud en reiniging).
Er is geen zout. Vul het zoutreservoir (zie Het zoutreservoir vullen).
Het vaatwerk en het
glaswerk vertoont
calcinatie of een
witachtige lm.
Het zoutniveau is te laag. Vul het zoutreservoir (zie Het zoutreservoir vullen).
De aanpassing van de waterhardheid is
niet voldoende.
Verhoog de waarden (Zie Tabel Waterhardheid).
De dop van het zoutreservoir is niet goed
gesloten.
Controleer of de dop van het zoutreservoir goed is gesloten.
Het glansspoelmiddel is opgebruikt of de
dosering is onvoldoende.
Het glansspoelmiddel toevoegen of hogere doseringen toepassen.
Het vaatwerk en het
glas hebben blauwe
strepen of een
blauwachtige tint.
De dosering van glansspoelmiddel is te
hoog.
Pas de doseringsaantallen hieronder aan.