
Downloaded from www.vandenborre.be
Boosterfunctie inschakelen
^
Raak de sensortoets van de gewenste kookzone aan.
^
Stel eventueel een vermogensstand in.
^
Raak de sensortoets B I/II aan.
Het controlelampje voor de boosterfunctie licht op en op het
display van de kookzone begint h te knipperen.
Na enkele seconden brandt h continu en gaat het controle
-
lampje uit.
Twinboosterfunctie inschakelen
Stand 1
^ Raak de sensortoets van de gewenste kookzone aan.
^ Stel eventueel een vermogensstand in.
^ Raak de sensortoets B I/II aan.
Het controlelampje voor de boosterfunctie licht op en op het
display van de kookzone knippert f. Na enkele seconden
brandt f continu en gaat het controlelampje uit.
Stand 2
^ Raak de sensortoets van de gewenste kookzone aan.
^
Stel eventueel een vermogensstand in.
^
Raak de sensortoets B I/II 2 keer aan.
Het controlelampje voor de boosterfunctie licht op en op het
display van de kookzone knippert h. Na enkele seconden
brandt h continu en gaat het controlelampje uit.
Boosterfunctie / Twinboosterfunctie uitschakelen
^
Raak de sensortoets van de gewenste kookzone aan.
^
Raak de sensortoets B I/II zo vaak aan totdat het controle
-
lampje voor de boosterfunctie uitgaat en op het display van
de kookzone de ingestelde vermogensstand wordt weerge
-
geven.
of
^
Raak de sensortoets van de gewenste kookzone aan.
^
Stel een andere vermogensstand in.
Bediening
32