Gebruiksaanwijzing
10
Bedienings- en indicatieveld
Het bedieningsveld bestaat uit de AAN/UIT-toets 9 en de program-
matoetsen met LED-indicaties.
Functietoetsen: behalve het betreffende programma kunnen met
behulp van deze toetsen de volgende functies worden ingesteld:
Programmaverloop-indicatie: In de indicatie van het programma-
verloop wordt altijd het actuele programma-onderdeel aangegeven.
De controle-indicaties hebben de volgende betekenis:
functietoets 1 waterontharder instellen
functietoets 2 - is niet bezet -
functietoets 3 signaal in- en uitschakelen
functietoets 4 - is niet bezet -
J
speciaal zout bijvullen
H
glansmiddel bijvullen
^
waterkraan openen
starttijd
instellen
bedieningsveld Programmaverloop-
indicatie
controle-
indicaties
indicatie van de
ingestelde starttijd
functietoetsen
12 34
