
Waterafvoer
–
In de afvoer van de afwasautomaat
bevindt zich een terugslagklep, zo
-
dat er geen vuil water via de afvoer
-
slang in de afwasautomaat terug kan
stromen.
–
De afwasautomaat is voorzien van
een flexibele afvoerslang van
ca. 1,5 m met een diameter van
22 mm binnenwerks.
–
De afvoerslang kan met nog een
slang en met een verbindingsstuk
worden verlengd.
De afvoerslang mag maximaal 4 m
lang zijn en de opvoerhoogte mag
maximaal 1 m zijn!
– Voor de aansluiting van de slang op
het afvoersysteem ter plaatse is bo-
vendien een slangklem bij de afwas-
automaat meegeleverd (zie monta-
geschets).
– De slang kan langs rechts of links
worden geplaatst.
–
De aansluittuit voor de afvoerslang is
geschikt voor slangen van verschil
-
lende diameters. Steekt de aansluit
-
tuit te ver in de afvoerslang, dan
moet de aansluittuit korter worden
gemaakt. Gebeurt dat niet, dan kan
de afvoerslang verstopt raken.
–
De afvoerslang mag niet korter wor
-
den gemaakt!
,
Zorg ervoor dat er geen knikken
in de afvoerslang komen!
Controleer nadat u het toestel voor
het eerst in gebruik hebt genomen
of de waterafvoer niet lekt om na te
gaan of de aansluiting goed is uitge
-
voerd.
Beluchting van de waterafvoer
Ligt de waterafvoeraansluiting op de
plaats van opstelling dieper dan de ge
-
leiding voor de wieltjes van de onderste
korf in de deur, dan moet de wateraf
-
voer worden belucht. Gebeurt dat niet,
dan kan het water tijdens een program
-
ma door de werking van de sifon uit de
spoelruimte stromen.
Hoe beluchten:
^ Open de deur van de afwasautomaat
volledig.
^
Trek de onderste sproeiarm omhoog
en haal deze eraf.
^
Snijd de dop van de beluchtingsklep
in de spoelruimte af.
Wateraansluiting
73