
lBewaar de producten op borden, in dozen of in
voedselfolie verpakt. Plaats ze gelijkmatig op de
oppervlakte van de platen.
lLevensmiddelen mogen niet met de achterwand
in aanraking komen, indien het wel gebeurt kun-
nen ze verrijpen of vochtig worden.
lHet is verboden om warme voedsel in de koel-
kast te plaatsen.
lProducten, die makkelijk geuren opnemen, bv.
boter, melk, kwark en producten die een sterk
geur hebben, bv. vlees, vissen en kazen dienen
verpakt met folie of in goed gesloten dozen ge-
plaatst worden.
lGroenten die rijk aan water zijn, veroorzaken
verdamping over de groentelade; dit verstoort
de correcte werking van de koelkast niet.
lDroog de groenten voor het plaatsen ervan in de
koelkast.
lTe grote hoeveelheid vocht verkort de tijd van
het bewaren, in het bijzonder met betrekking tot
groenten met bladeren.
lBewaar de groenten zonder wassen. Het was-
sen verwijderd hun beschermingslaag, daarom
is het aangeraden om ze net voor het eten te
wassen.
lBijna alle levensmiddelen kunnen worden inge-
vroren, met uitzondering van groenten die rauw
worden gegeten, bv. sla.
lAlleen producten van uitstekende kwaliteit kunnen
worden ingevroren, verpakt in afgemeten porties
die op een keer kunnen worden gebruikt.
lGebruik materialen zonder geur om producten te
verpakken, die geen lucht nog vocht toelaten en
vet niet doorlaten. Het meest geschikt zijn: zakjes,
platen van polyetheenfolie, aluminiumfolie.
lDe verpakking dient goed worden gesloten en
bij het product passen. Glazen verpakkingen zijn
verboden.
lBreng verse en warme levensmiddelen (in de
omgevingstemperatuur) die gaan worden in-
gevroren, niet in contact met reeds ingevroren
producten.
lAanbevolen wordt om per etmaal eenmalig niet
meer dan de aanbevolen hoeveelheid verse
levensmiddelen in de diepvriezer te plaatsen die
staat vermeld in de technische specicatie van
het apparaat.
lOm de goede kwaliteit van de ingevroren pro-
ducten te garanderen, is het aangeraden om de
reeds ingevroren producten te verplaatsen opdat
ze niet in contact met verse producten komen.
lDe ingevroren producten dienen op de ene kant
van de diepvriezer geplaatst worden en de verse
producten aan de andere kant, zo dicht mogelijk
bij de achter- en zijwand.
lGebruik voor het invriezen van producten de
ruimte die is aangeduid met (*/***).
lDe temperatuur in de koelkast wordt onder an-
dere bepaald door: omgevingstemperatuur, het
aantal geplaatste levensmiddelen, frequentie van
deuropening, de hoeveelheid rijp, de stand van
de thermostaat
lIndien na het sluiten van de koelkast de deur niet
direct opnieuw opengaat, wacht 1 tot 2 minuten,
zodat de ontstane onder druk gecompreseerd
wordt.
De bewaartijd van ingevroren producten is afhan-
kelijk van hun kwaliteit voor het invriezen en de
bewaringstemperatuur. Bij een bewaringstempe-
ratuur van -18°C zijn de volgende bewaartijden
aanbevolen:
Rundvlees 6-8
Kalfsvlees 3-6
Inwendige organen 1-2
Varkensvlees 3-6
Kippenvlees 6-8
Eieren 3-6
Vissen 3-6
Groenten 10-12
Fruit 10-12
NL