Gebruiksaanwijzing
11
Waterontharder instellen
Waterontharder volgens de tabel op de hardheid van het water van uw
woongebied instellen.
0 De afwasautomaat moet zijn uitge-
schakeld.
Mechanische instelling:
1. Open de deur van de afwasautomaat.
2. Neem de onderste korf uit de
afwasautomaat.
3. Draai de hardheidsschakelaar op 0 of
1 (zie tabel).
4. Plaats de onderste korf weer terug.
Elektronische instelling:
1. Druk de AAN/UIT-toets in.
De LED van de AAN/UIT-toets licht op.
3
Als er meerdere indicaties oplichten, dan is een afwasprogramma geac-
tiveerd. Het afwasprogramma moet worden afgebroken (RESET).
Functietoetsen 1 en 2 ca. 2 seconden gelijktijdig indrukken.
Alle andere indicaties gaan uit.
2. Druk de functietoetsen 1 en 2 gelijktijdig in en houd ze ingedrukt.
De LED-indicaties van de functietoetsen 1 tot 3 knipperen.
3. Druk nogmaals op functietoets 1 .
De LED-indicatie van functietoets 1 knippert.
Gelijktijdig knippert de LED-indicatie van het afwasprogramma-einde.
– Het aantal lichtsignalen van de LED-indicatie van het
afwasprogramma-einde komt overeen met de ingestelde
hardheidsstand.
– Deze reeks lichtsignalen wordt na telkens 3 seconden pauze meerdere
keren herhaald.
4. Door indrukken van functietoets 1 wordt de hardheidsstand met 1
verhoogd.
(uitzondering: na hardheidsstand 10 volgt hardheidsstand 1).
5. Als de hardheidsstand juist is ingesteld, de AAN/UIT-toets indrukken.
De hardheidsstand wordt dan opgeslagen.
2) (°d) Duitse graad, meeteenheid voor de waterhardheid
3) (mmol/l) millimol per liter, internationale eenheid voor waterhardheid
4) Bij deze instelling kan de looptijd van het programma in geringe mate toenemen.
*) instelling vanaf fabriek
