
hoofdwasmiddel van de
wasmiddeldoseerbakje.
2. Start het programma om water af te
voeren
12.9 Voorzorgsmaatregelen bij
vorst
Als het apparaat is geïnstalleerd in een
gebied waar de temperatuur lager is dan
0° C, dan dient u het resterende water uit
de afvoerslang en de afvoerpomp te
verwijderen.
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Draai de waterkraan dicht.
3. Plaats de twee uiteinden van de
toevoerslang in een bak en laat het
water uit de slang stromen.
4. Leeg de afvoerpomp. Raadpleeg de
noodafvoerprocedure.
5. Als de afvoerpomp leeg is, installeert
u de toevoerslang opnieuw.
WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat de
temperatuur hoger is dan
0°C voordat u het apparaat
opnieuw gebruikt.
De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor
schade die door lage
temperaturen is veroorzaakt.
13. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
13.1 Introductie
Het apparaat start of stopt niet tijdens de
werking.
Probeer eerst het probleem zelf op te
lossen (zie tabel). Als het probleem
aanhoudt, neemt u contact op met de
Servicedienst.
Bij sommige problemen werken de
geluidssignalen en toont de display
een alarmcode:
• - Het apparaat wordt niet goed
gevuld met water.
• - Het apparaat pompt geen
water weg.
• - De deur is open of niet goed
gesloten. Controleer de deur!
• - De stroomtoevoer is onstabiel.
Wacht tot de stroomtoevoer stabiel is.
WAARSCHUWING!
Schakel het apparaat uit
voordat u controles uitvoert.
13.2 Mogelijke fout
Probleem Mogelijke oplossing
Het programma start
niet.
Zorg dat de stekker in het stopcontact zit.
Zorg dat de deur van het apparaat is gesloten.
Zorg dat er geen zekering in de zekeringenkast is doorge-
brand.
Zorg dat de knop Start/Pauze is ingedrukt.
Als de uitgestelde start is ingesteld, annuleert u deze functie of
wacht u tot de afloop van de afteltijd.
www.aeg.com20