
Bediening van het apparaat
Zie de volgende instructies voor elke stap van de procedure:
1. Controleer of het niveau van de waterontharder juist is voor de waterhardheid in uw
omgeving. Stel, indien nodig, de waterontharder in.
2. Vul het zoutreservoir met zout voor afwasmachines.
3. Vul het glansmiddeldoseerbakje met glansmiddel.
4. Plaats bestek en serviesgoed in de afwasmachine.
5. Stel het juiste programma in voor het type lading en mate van vervuiling.
6. Vul het afwasmiddeldoseerbakje met de juiste hoeveelheid afwasmiddel.
7. Start het afwasprogramma.
Als u afwasmiddeltabletten gebruikt, zie hoofdstuk 'Gebruik van tabletten'.
De waterontharder instellen
De waterontharder verwijdert mineralen en zouten van de watertoevoer. Mineralen en
zouten kunnen een negatieve invloed hebben op de werking van het apparaat.
De waterhardheid wordt gemeten in de volgende gelijkwaardige schalen:
• Duitse graden (dH°).
• Franse graden (°TH).
• mmol/l (millimol per liter - een internationale eenheid voor de hardheid van water).
•Clarke.
Stel de waterontharder af op de waterhardheid in uw omgeving. Neem, indien nodig, con-
tact op met het lokale waterschap.
Waterhardheid
Instelling wa-
terhardheid
Niveau digita-
le display
°dH mmol/l °TH Clarke
>24 >4,2 >40 > 28 5
18- 24 3.2- 4.2 32- 40 22- 28 4
12- 18 2.1- 3.2 19- 32 13- 22 3
4- 12 0.7- 2.1 7- 19 5 -13 2
< 4 < 0,7 < 7 < 5
1
1)
1) Geen zout nodig.
Elektronische afstelling
De waterontharder is in de fabriek ingesteld op niveau 3.
1. Schakel het apparaat in.
2. Zorg dat het apparaat in de instelmodus staat.
3. Druk op de functietoetsen B en C en houd deze vast totdat de indicatielampjes van de
functietoetsen A, B en C beginnen te knipperen.
4. Laat de functietoetsen B en C los.
Bediening van het apparaat
7